De vorige editie van deze Voorzet was wellicht wat sullig, met die eenpotssystemen die dan uit twee potjes komen. Andersom kan ook: een schilder die aangenaam verrast was door de goede verwerkbaarheid van de lak, die ook zo fraai oogde, maar de volgende dag nog niet erg aan het drogen was geslagen. Hij móést ook niet drogen, maar uitharden: het was een tweecomponentenlak. Die had hij dus uit één busje laten komen. Vandaar die bus harder die hij overhield. Ongelooflijk, maar wel echt gebeurd. Busje komt zo.
Het wordt nog vervelender als het niet zozeer een vergissing is bij de pottenboel, maar als opdrachtgevers tussentijds in het recept gaan zitten roeren. Zo werden enige tijd geleden een aantal voorbeelden bekend van op zichzelf goed voorgeschreven laksystemen, die achteraf door andere inzichten of raadgevingen van “deskundigen” werd aangepast en tot een droefenis leidden. In het themanummer Metaalconservering, dat over enkele weken verschijnt, zal ik eens flink uit mijn slof schieten.
Maar ook nadat de opdracht met goed gevolg uitgevoerd is, kan de opdrachtgever, veelal de eigenaar van de laklaag, nog een deerlijke duit in het zakje doen. Mijn collega-columnist schreef onder het kopje “zo kan het dus ook…” vorige keer over het onderhouden van contact met de klant, bijvoorbeeld voor reinigingswerk. Of om de zesjaarlijkse overschilderbeurt vast in te kunnen plannen. Daarmee staat die schilder vooraan in de rij, sterker nog: er is nog geen rij. Hij is direct aan de beurt om de daad bij het woord te mogen voegen, als de attentheid althans gewaardeerd wordt met de opdrachttoekenning.
Contact onderhouden met de klant. Maar de klant onderhoudt ongemerkt ook de laklaag. Soppen van de ramen kan een aanslag op de vensterlak zijn. In de lakindustrie worden voor metalen ramen en gevels zowel door lakleveranciers als door brancheverenigingen voorschriften uitgegeven over gevelonderhoud door glazenwassers. Om te voorkomen dat men van gelakte metalen gevels af zou stappen “omdat het toch maar een doffe ellende wordt.” Buitenduurzame lakken die zowel bestand zijn tegen UV-belasting als tegen alkalische reinigingsmiddelen, zijn uiteraard ontwikkeld. En de term ´superdurable’ is al opgevolgd door ´hyperdurable´. Kan een particulier daar nog afbreuk aan doen?
Ongelooflijk maar waar: een grauwsluier kan nog altijd veroorzaakt worden door “houtreinigers”, dus niet alleen door de applicatiefouten of omgevingscondities waarover ik al herhaaldelijk geschreven heb. Dus even attent als wijzen op de onderhoudsbeurt, is wijzen op het onderhoud door de trotse eigenaar zelf: versnel de veroudering en degradatie van de lak niet met fluppy schoonmaakspulletjes. En in ruil voor deze tip nemen we dan graag over zes jaar pas weer contact op. Goed?
Edward Uittenbroek
Bron: Schildersvakkrant, maart 2006



